Baggerproject

Lateraalkanaal Linne-Buggenum diep genoeg voor schepen klasse Vb

Het uitdiepen van het Lateraalkanaal Linne-Buggenum is klaar, zo meldt Rijkswaterstaat. Recente controlemetingen toonden aan dat de bodem nu weer diep genoeg is voor schepen van klasse Vb. Dat is de grootste klasse schepen die op de Nederlandse kanalen kan varen.

Het Lateraalkanaal bij bij Linne-Buggenum. Foto www.Binnenvaartinbeeld.nl

Rijkswaterstaat en uitvoerder Martens en Van Oord werkten samen met Waterleidingmaatschappij Limburg, omdat uit het kanaal drinkwater wordt gewonnen. Baggeren maakt het water troebel, wat zou betekenen dat het tijdelijk niet bruikbaar is voor drinkwaterproductie. Daarom werd het project in zeer veel stukjes gehakt. Het werkgedeelte bestond uiteindelijk uit 23 delen. Per deel is drie dagen stroomopwaarts gebaggerd, richting het zuiden. Hierna verplaatste het baggerschip zich stroomafwaarts, richting het noorden, naar het volgende gedeelte. Door deze werkwijze kreeg het sediment dat zorgt voor vertroebeling van het water, de tijd om naar de bodem te zakken of weg te stromen.

Omgevingsmanager Rijkswaterstaat Roland van de Pas: ‘Hoewel gefaseerd baggeren meer tijd vergde, zorgde dit er wel voor dat de drinkwaterproductie geen moment in gevaar is geweest. Dat was onze hoogste prioriteit.’

Rijkswaterstaat: ‘Dit is belangrijk, omdat het Lateraalkanaal de komende maanden gebruikt wordt als onderdeel van de omvaarroutes voor het Julianakanaal dat van augustus 2024 tot mei 2025 gestremd is.’