Column

Toevallig zijn we hier goed in

Het meest indrukwekkende schilderij dat ik ken hangt in het Teylers Museum in Haarlem. Het is een prachtig tafereel van twee binnenschepen die in nood verkeren op de Zuiderzee (inmiddels IJsselmeer) in een zinderende storm (1830, J. C. Schotel). Het water spat je in het gezicht als je ervoor staat. Je ziet de bemanning aan boord vechten tegen de elementen. Ik probeer me voor te stellen hoe je zoiets overleeft zonder motor. Dan begrijp je pas hoe belangrijk vluchthavens waren voor onze voorvaderen.

Petrus Johannes Schotel (1808-1865), Storm op de Zuiderzee voor Medemblik, 1840,
Volgens columnist Kees de Vries het meest indrukwekkende schilderij. Foto Teylers Museum

Ik kom ook graag op Schokland, net als Urk een voormalig eiland in de Zuiderzee. Ik kijk graag uit over de voormalige vluchthaven op Schokland (nu in een weiland) waar vroeger de binnenschepen schuilden voor de onstuimige zee. Er is ook nog een mysterieus bos waar de wind nog waait en de bladeren ruisen zoals 400 jaar geleden. Ik wandel er graag met de hond, word er rustig van en krijg dan vaak een goed idee. In deze tijden van oplopende spanningen kan ik iedereen aanraden een stukje te wandelen nadat je ‘s avonds bent afgemeerd. Als je dat nog doet.

Zeedijk

De Waddeneilanden hebben hetzelfde effect op mij. Even buiten Oude Schild op Texel stond ik twee weken geleden op de zeedijk bij Gemaal Dijkmanshuizen en keek uit over de Waddenzee. Het was stil. Buiten een paar meeuwen was er verder niets te zien. Maar vier eeuwen geleden was het hier een drukte van jewelste met honderden schepen die hier weken, soms maanden lagen te wachten op een gunstige wind om de grote oversteek te wagen. Hoe durf je zoiets? Even verderop in het museum Kaap Skil in Oude Schild is het nagebouwd met een videowall van schepen die echt varen, in brand vliegen en soms zelfs zinken. De helft van alle schepen op zee (2000) was toen Hollands.

Palmhoutwrak

Onder water in het zand bevinden zich hier nog ruim 100 houten scheepswrakken uit die tijd, veelal nog met de lading aan boord in kisten, flessen en potten. Het is maritiem erfgoed, van ons. In het museum zijn de opgeviste spullen uit het bekende Palmhoutwrak dat hier in 1630 zonk tentoongesteld. Kanonnen, pronkbekers, potten, borden, schoenen, damesmuiltjes, boeken, kniekousen, korsetten, handwarmers, oosterse tapijten, gouden knopen, hesjes, een klisteerspuit(!) en zelfs een trouwjurk (bedekt met een laagje zilver!). Je waant je even terug in de tijd. Het is leuk om te zien. Je voelt dat hier de wortels liggen van ons maritiem bestaan. Hier is het allemaal ooit begonnen.

Schaamte

Als je de Amsterdammers van toen recht in de ogen wilt kijken, ga dan naar het Rijksmuseum en bekijk zo’n groot levensecht Schuttersstuk, bijvoorbeeld dat rechts hangt naast de Nachtwacht. Wat moeten wij hiermee? Nou, je kunt veel leren van het verleden, vooral ook hoe het niet moet. Ik schaam mij voor hetgeen onze voorvaderen overzee hebben aangericht. Probeer voor te stellen hoe onze nakomelingen 400 jaar later naar ons kijken. Zullen wij de geschiedenis ingaan als tolerant, rechtvaardig en als de scheepvaartnatie die opnieuw koploper werd in de ontwikkelingen rond schone schepen? Volgens mij liggen er legio kansen, ondanks dat er moeilijke keuzes zijn. Fouten maken hoort er ook bij. Maar ga in ieder geval de uitdaging aan!

Akte van Mannheim

Ik verzamel oude boeken en landkaarten. Zo weet ik dat je heel vroeger bij Lobith en nog op honderden andere plekken, moest aanleggen om tol te betalen (1 tot 3% van de waarde van de lading). Anders werd er op je geschoten. Napoleon is er ooit mee begonnen om dat af te schaffen. Voor ons is het nu normaal dat we op grond van de Akte van Mannheim (het eerste en oudste EU-verdrag, 1868) door heel Europa kunnen varen zonder tollen en grenscontroles, met een gelijkwaardige behandeling overal. Maar op wereldschaal is dat een uitzondering. En voor je het weet zijn we het kwijt. Open grenzen stimuleren handel en welvaart; het is een verzekering tegen oorlog. Je kunt elkaar beter de hand reiken, er samen wat aan verdienen en het glas heffen.
Nadeel van open grenzen is alleen dat Shell of Unilever praktisch ‘footloose’ zijn. Voor je het weet zijn ze vertrokken. Maar de Rijn ligt gelukkig waar hij ligt en gaat niet weg. Dat biedt tenminste houvast.

En nog een belangrijke les: of je nu een bedrijf runt, een baan hebt of een land in een richting stuurt; doe vooral waar je goed in bent en probeer daarin uit te blinken. En toevallig zijn wij hier goed in!

Kees de Vries