Bij aankomst, het busstation ligt net buiten de stadswallen, verheug ik me op eeuwenoude steegjes, oude pakhuizen en grachtjes, maar dat valt ietwat tegen.
Een dame die ik spreek vertelt mij van een zekere burgermeester met dromen over een stad met skyscrapers tot in de wolken. Daarom moest die ‘ouwe meuk’ wijken, maar de gedroomde wolkenkrabbers kwamen er niet. Wel dus opvallend veel nieuwbouw binnen de stadswallen. Zelfs de Grote Kerk, essentieel voor een oude stad, is niet helemaal ‘zoals het hoort’: de toren is oud (circa 1450) maar het eigenlijke kerkgebouw werd pas in 1851 in gebruik genomen. Na een lokale expositie in de kerk te hebben bewonderd ga ik verder, op zoek naar de haven.
Eindelijk, na wat vragen, kom ik bij de Lingehaven. Er ligt anderhalve plezierboot en een vlet, veel is het niet. De haven is aan de zuidkant te bereiken via een piepklein sluisje waar op het moment een jachtje in ligt. De sluiswachter bedient de sluis, gemoedelijk een praatje makend met de schippersvrouw. Leuk, maar toch niet helemaal wat een ouwe zeeman als ik zoekt.
Ik volg de Linge in noordelijke richting en sta plotseling oog in oog met een hoge molen, gebouwd op de stadswal. Na de molen te hebben bekeken, die de enigszins vreemde naam Nooit Volmaakt draagt, zie ik ze ineens liggen. Een aantal prachtig opgeknapte binnenvaartscheepjes, gezamenlijk afgemeerd in de Linge, met helemaal aan het eind een schitterend stoomslepertje. Vanaf de Korenbrug is het plaatje van het historisch erfgoed met op de achtergrond de molen Nooit Volmaakt, toch echt volmaakt. Hollandser wordt het niet!
Ik besluit een paar bewoners van de schepen te bevragen. Altijd leuk; iemand die op een schip woont, vertelt beduidend meer over zijn of haar woning dan iemand in een rijtjeshuis in een Vinex-wijk. Maar hoewel ik haast brutaal dicht langs de scheepjes loop, verschijnt er nog geen (scheeps-)hond. Er hangt was boven de luikhoofden, bloeiende planten op en rond de ankerwinch, maar geen schipper. Na een aantal foto’s te hebben genomen volg ik de Dalemwal tot ik de volgende molen zie staan. Deze is te bezichtigen en samen met mijn gids klimmen we naar boven. In een haast onbegrijpelijk dialect legt hij me uit hoe een molen werkt.
Geen stoer zeemansverhaal, dit keer, maar ik kan zó molenaar worden.
Meer Zware Kees op: zwarekeesartenstories.jouwweb.nl