Frank Tullemans van de Tullemans Groep en Fabian Fijneman (37) zijn sinds begin november van dit jaar de nieuwe eigenaren van de werf. Ze namen de te koop staande werf in Maasbracht over van een investeringsmaatschappij. Een werf die nog steeds goed loopt. Zo ligt aan de kade een aantal schepen met kopschade. De werf heeft de schade netjes binnen de afgesproken tijd en volgens afspraak gerepareerd. ‘Samen proberen we wat moois van de werf te maken’, vertelt Fijneman in het kantoor van de werf waar hij nu de directeur van is. ‘Deze werf heeft mij altijd al erg gefascineerd, vooral de helling en de locatie. Ik heb hier zelfs acht jaar geleden samen met mijn vrouw onze baby shoot laten doen. Maar nu is het tijd om de werf compleet te gaan renoveren en nieuw leven te gaan inblazen. We gaan uitbreiden en onze werkzaamheden verbreden. We doen nu eigenlijk alleen scheepsreparatie en keuringen, maar we willen ook schepen gaan verbouwen, nieuwe schepen gaan bouwen en alle constructiewerk gaan doen wat in de scheepvaart voorkomt.’
Investeren
Om al die werkzaamheden na de uitbreiding in de nabije toekomst uit te kunnen voeren, willen Tullemans en Fijneman de werf flink uitbreiden en aanpakken. Zoals de van oorsprong voor spitsen en Kempenaars gebouwde helling. Op deze helling kunnen nu nog ‘slechts’ schepen terecht tot een lengte van maximaal 110 meter. ‘We willen de helling verlengen tot 150 meter en een breedte van ongeveer 40 meter. Hiermee kunnen we dan in de toekomst schepen droogtrekken van 135 meter. Dat is een hele verbetering. We zijn ons nu aan het verdiepen wat dat gaat kosten, vervolgens kunnen we het plan verder uitwerken. Aansluitend willen we nieuwe kantoren en grotere hallen gaan plaatsen zodat we ook secties en complete casco’s en schepen kunnen gaan bouwen voor de binnenvaart. Ook willen we het machinepark uitbreiden zodat we zoveel mogelijk in eigen beheer kunnen doen. Zo kunnen we onze klanten sneller van dienst zijn.’
Fijneman is er van overtuigd dat vanuit de binnenvaart voldoende behoefte is aan de uitbreiding van de werf en kijkt al vast vooruit hoe de werf er over enkele jaren uitziet. ‘De helling, de hallen, de snijmachine en de kantoren zijn dan allemaal klaar. Onze insteek is dat dit allemaal op korte termijn gebeurt. De plannen worden gesmeed, op papier gezet en we proberen alles zo snel mogelijk vergund te krijgen. We willen alles zo snel mogelijk hebben zodat we direct kunnen beginnen als het juiste moment er is. Alles moet klaar liggen. We moeten dan als het ware op een knop kunnen drukken en direct alles in gang kunnen zetten.’
Uit de binnenvaart
De nieuwe directeur van Scheepswerf Maasbracht komt uit een binnenvaartfamilie en heeft dus, ook vanwege zijn vorige werk, veel contacten in de sector en met de toeleveranciers in de binnenvaart. Fijneman werd geboren in Rotterdam, maar verhuisde op zijn zesde naar Maasbracht. Zijn broer is nog steeds binnenvaartschipper. Voordat hij begin november directeur werd, werkte hij 22 jaar bij scheepswerf Peter Tinnemans. Hij begon daar als veger en verliet het bedrijf als bedrijfsleider. ‘Ik heb bij Peter Tinnemans diverse nieuwbouwprojecten, verbouwingen, constructie- en snijwerk gedaan. Ik heb daar heel veel geleerd en ik ben Peter dankbaar het geen hij mij geleerd heeft in al die mooie jaren. Bij Peter heb ik samen met mijn collega’s onder meer drie tankers omgebouwd tot beunschip en hebben we diverse nieuwbouwschepen, pontons en veerponten gebouwd. Het was heel mooi werk en hetzelfde mooie werk zou ik ook graag hier gaan doen. Het is misschien nu een onzekere tijd, maar het is voor mij een goede tijd om op eigen benen te gaan staan en de volgende stap in mijn leven te zetten.’
Mond op mond
Scheepswerf Maasbracht heeft in de loop van de jaren een vaste klantenkring opgebouwd en heeft het altijd vooral moeten hebben van de mond op mond reclame. Het belangrijkste daarbij is volgens Fijneman dat alles binnen de afgesproken tijd wordt afgehandeld en alles wat afgesproken is transparant en goed op papier wordt gezet. Dat er achteraf geen vervelende zaken tevoorschijn komen. ‘En als het een keer echt niet gaat, dan moet je dat ook eerlijk zeggen. Dus geen ja zeggen en de afspraken niet nakomen. Ik kan hier een heel erg mooi verhaal gaan vertellen, maar als een schipper hier ontevreden de werf verlaat, dan geloven de andere schippers hem eerder dan mijn verhaal. Sinds ik hier zit, hebben drie schepen de werf verlaten. Ik vraag dan altijd aan de schipper of hij tevreden was over de werkzaamheden die we voor hem hebben uitgevoerd en of we nog ergens op moet letten of nog iets kunnen verbeteren. Als dat zo is, dan houden we dat allemaal bij en kunnen we daar in de toekomst rekening mee houden.’
Naast de mond op mond reclame, gaan de nieuwe eigenaren van de werf overigens ook op andere manieren Scheepswerf Maasbracht promoten. Zo wordt een nieuwe website gebouwd en krijgt social media meer aandacht.
Personeel
Inmiddels telt Scheepswerf Maasbracht 15 werknemers en worden verschillende ZZP’ers gevraagd als er veel werk is. Een van de grootste uitdagingen na de uitbreiding van de werf wordt volgens Fijneman nog wel het vinden van goed personeel. Daarom wil hij ook leerlingen gaan opleiden. ‘Ik wil op onze werf straks leerlingen een leerplek aan kunnen bieden. Ik ga daarvoor misschien wel naar de scholen toe om leerlingen proberen te overtuigen in de scheepsbouw te komen werken. Het is zo’n mooi vak en we hebben hier nog voldoende mensen met de nodige ervaring van wie ze nog veel kunnen leren. Ik hoop dat ze dezelfde motivatie en interesse hebben als ik destijds had. Als hier alles weer mooi en nieuw is, moet dat volgens mij geen enkel probleem zijn.’
Vaste werf voor veel schippers
Al tientallen jaren is Scheepswerf Maasbracht de vaste werf voor veel Nederlandse binnenvaartschippers. De Joseph (300 ton) van schipper Beekman uit Maasbracht was het eerste schip wat de NV Scheepswerf en Machinefabriek Maasbracht in 1954 onder handen nam. De machinefabriek is dan al vol in bedrijf, voor de scheepsbouwloods en de fabriek voor houtbewerking staan de spanten. De ruim 50 man personeel kwam uit de omgeving van Maasbracht, toen al de derde binnenvaarthaven van Nederland, maar ook van verder weg. En de onderneming groeit langzaam maar gestaag. De scheepshelling was toen nog 50 meter lang met acht wagens, maar directeur F.P. van Alfen wilde de helling binnen de kortste keren vergroten naar 100 meter met 17 wagens. Aan de voet van de helling ligt de eigen haven van 300 x 100 meter. Wachtend op de schepen die gerepareerd moeten worden, of op nieuwe bodems die in eigen bedrijf gebouwd gaan worden.
