Als je lang actief bent in de binnenscheepvaart, zie je continu nieuwe ontwikkelingen voorbijkomen. Draai je al héél lang mee, bijna een halve eeuw zoals in het geval van Henk de Vries, dan zie je sommige uitvindingen decennia later soms zelfs weer terugkeren.
Dat ondervond De Vries (69) toen hij de nieuwbouw van zijn meest recente MTS Myriam begeleidde. Met Damen Marine Components (DMC) raakte hij min of meer bij toeval in gesprek over het Rotor Manoeuvreer Systeem, dat hij al kende sinds de introductie ervan in 2000 maar dat daarna een beetje uit beeld was verdwenen. Een actief rotorkoproer voor meer koersstabiliteit en minder brandstofverbruik: precies wat hij nodig had.
Op zijn nieuwe binnenvaarttanker, van 135 meter lang en 17,50 meter breed, liet hij daarop niet één maar zelfs twee RMS-systemen inbouwen. Nu hij daar een tijdje mee vaart, kan hij concluderen dat ze de verwachtingen waarmaken. ‘Het is een goede investering geweest.’
Magnus-effect
Het rotorkoproersysteem bestaat uit een verticale cilinder van corrosiebestendig composiet. Vanaf een snelheid van 6 kilometer per uur kan de cilinder zakken in het water onder het schip. De werking is gebaseerd op het principe van het Magnus-effect, het fysische verschijnsel dat de draaiing van voorwerpen in een vloeistof of in lucht hun voorwaartse beweging beïnvloedt.
Als de cilinder snel roteert onder de boeg, dan ontstaat in het langsstromende water een drukverschil tussen de stuurboord- en bakboordkant van de cilinder met een zijwaartse lift- of stuwkracht: het Magnus-effect. Door de draairichting te veranderen, kan de cilinder de kop van het schip naar stuurboord of bakboord trekken. Zo houd je de kop recht, zodat je niet hoeft te compenseren met de hoofdroeren en deze recht kunnen blijven staan.
De rotor zakt maximaal 1,20 meter onder de kop, waar de diepgang zeer gering is, en is vanaf 60 centimeter uitschuiven traploos in te stellen. Het in- en uittrekken gebeurt hydraulisch, het roteren gaat elektrisch met behulp van een elektromotor van 15 kilowatt. Het systeem is te bedienen via een HDMI-touchscreen en een bediening in de vorm van een hendel waarmee de schipper het aantal toeren van de elektromotor kan regelen.
Tekst gaat verder onder de foto.
Stabiele koers, minder brandstof
Henk de Vries ervaart het RMS-systeem als zeer makkelijk in het gebruik. ‘Als je de wind dwars op het schip hebt staan, laat je de rotor iets zakken en kun je het keurig netjes op koers houden. In het begin moet je even de combinatie zien te vinden met de gewone roeren achterop, zodat het voor- en het achterschip als het ware met elkaar ‘spreken’. Heb je dat eenmaal onder de knie, dan gaat het vrij simpel. Naarmate je meer vermogen wilt halen, laat je de cilinder iets verder onder het schip zakken en geef je het commando om sneller rond te draaien. Dan merk je absoluut het effect.’
Behalve een verbeterde koersstabiliteit, en daarmee verhoogde veiligheid, heeft het rotorkoproersysteem voor hem nog een groot voordeel: hij bespaart er brandstof mee. “De roeren achterop hebben nu nauwelijks uitslag en iedereen weet dat elke roeruitslag een verandering van snelheid teweegbrengt, wat weer brandstof kost. Hier hebben we nu niet meer mee te maken.”
Toofan Pour, senior sales engineer bij Damen Marine Components in Hardinxveld-Giessendam, kan dat beamen. “De rotor stuurt niet op weerstand, zoals normale koproeren doen, maar enkel op basis van het Magnus-effect. Je verliest daarmee geen snelheid en hebt geen roerbewegingen nodig die het brandstofverbruik omhoog laten schieten.”
Bij elk nieuw schip kan DMC een document meeleveren met het bewijs dat de rotor brandstofbesparing oplevert. Hiermee komt de eigenaar in aanmerking voor energie-investeringsaftrek (EIA), een subsidie van de overheid voor het stimuleren van investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen.
Tekst gaat verder onder de foto.
Integratie met rivierpiloot
Het rotorkoproersysteem aan boord van Henk de Vries’ MTS Myriam heeft in februari nog een extra update gekregen: integratie met de automatische rivierpiloot van Alphatron Marine, een veelgebruikt systeem in de binnenvaart. Pour: ‘Voorheen moest je de rotor wegafhankelijk zelf bijsturen. Nu zijn er twee knopjes op de piloot: één voor de traditionele piloot waarbij gebruik wordt gemaakt van het roerwerk, en één voor de rotor waarbij het roerwerk recht blijft staan en je alleen stuurt met het RMS-systeem.’ Binnenkort komt de nieuwe AlphaRiverPilot MFS op de markt, waarbij er een verdere integratie ontstaat en beide systemen ook gelijktijdig bediend gaan worden met de stuurknuppel van deze automatische piloot.
Zo blijft een systeem dat al zo lang bestaat, nog altijd in ontwikkeling. Hoewel de vernieuwde versie van de RMS in sommige opzichten nauwelijks nog te vergelijken is met het origineel van destijds. ‘We hebben het product uit 2000 in 2020 volledig doorgelopen, opnieuw doorberekend en aangepast aan de eisen van de moderne tijd’, aldus Pour. ‘Daarom spreken we niet meer van de oude en de nieuwe versie: dit is dé versie.’
Veel vraag naar
Een versie die op geen beter moment had kunnen komen, want de vraag naar het rotorkoproersysteem is nog nooit zo hoog geweest. ‘Er zijn nu al verschillende nieuwbouwschepen mee in de vaart en er komen er nog enkele tientallen aan. Met dank aan de ons-kent-ons-wereld die de binnenvaart nu eenmaal is. Als je zo’n rotor bij een collega-schipper ziet en hem daarnaar vraagt, en je krijgt vervolgens een heel enthousiast verhaal te horen, dan word je er zelf ook nieuwsgierig naar. Het is echt weer gaan leven.’
Tot vreugde van Henk de Vries, die al sinds 1976 actief is als zelfstandig schipper in de binnenvaart en sinds 1987 een beroep doet op de producten van Damen Marine Components, destijds nog Van der Velden geheten. Zijn nieuwste MTS Myriam is onder meer voorzien van een stuurmachine, roeren, straalbuizen en hydraulische units van DMC. Want alle voordelen op het gebied van koersstabiliteit en brandstofbesparing ten spijt, het draait voor hem om nog iets anders. ‘Vaarplezier en vaargenot zijn ook belangrijk voor mij en daar dragen systemen als het rotorkoproer zeker aan bij.’